Burgers’ Zoo: honderd jaar vogelvrij [afl. 2]

Het begint allemaal in 1913 met een exclusieve vogelcollectie. Johan Burgers stelt in het pittoreske stadje ’s-Heerenberg zijn Faisanterie Buitenlust open voor bezoekers. De dierenverzameling krijgt meteen veel belangstelling. Honderd jaren verstrijken en vandaag de dag staat die collectie bekend als het officiële begin van dierenpark Burgers’ Zoo.

De woestijn van Arizona, de Maleise rimboe en de Afrikaanse savanne zijn dichterbij dan ze lijken. Burgers’ Zoo in Arnhem verenigt deze werelden in haar dierenpark. Het familiebedrijf bestaat op 30 maart 2013 honderd jaar. In deel één van deze reeks vertelde directeur Alex van Hooff over de feestvreugde, maar ook over de verwoestende impact die de Tweede Wereldoorlog op het dierenpark heeft gehad. Vandaag gaat het verhaal verder met de innovatieve keuzes die het bedrijf maakte.

Flora en fauna
Burgers’ Zoo herstelt uiteindelijk van de oorlog en onder leiding van Antoon van Hooff, de vader van Alex van Hooff, innoveert het bedrijf met zogenoemde ecodisplays. Wellicht een van de bekendste ecodisplays is Burgers’ Bush, een nabootsing van het tropisch regenwoud. Niet alleen de fauna, maar ook de flora van de jungle vindt haar weg naar de bush. Paradijselijke vogeltjes tjilpen er hun liedjes vanuit hoge bomen en aardvarkens kruipen er over de drassige grond. Er groeien bloemen en planten in roze, geel en blauw die je normaal gesproken alleen in de rimboe vindt. Door de Bush heen stroomt een rivier, die uitmondt bij een grote waterval. Zelfs de benauwde lucht staat compleet in het teken van het regenwoud.

Critici bejubelden het idyllische oerwoud in eerste instantie niet. “Dat is ook logisch”, vindt Van Hooff. “Mensen staan vaak negatief tegenover iets nieuws, omdat het altijd maar afwachten is of het wel goed uitpakt.” De Bush blijkt echter prima te kunnen bestaan in Arnhem en scepsis verandert in bewondering.

Natuurlijke barrières
Een innoverend familiebedrijf is Burgers’ Zoo overigens al vanaf het begin, als Johan Burgers besluit om een dierenpark met natuurlijke barrières te openen. Dieren zitten niet langer opgesloten in kooien, maar mogen vrij rondlopen in hun eigen leefomgeving. Zij worden van de bezoekers gescheiden door middel van grachten en rotsen. Burgers laat zich hierbij inspireren door de Hamburgse dierentuin Hagenbeck. “Dat was de enige andere dierentuin ter wereld die ook natuurlijke barrières had”, aldus Van Hooff. “We hebben nog steeds goede banden met het park. Het is wereldwijd de enige andere dierentuin die langer in familiehanden is dan Burgers’ Zoo.”

Om bezoekers de natuurlijke leefomgeving van dieren te laten zien, opent Burgers’ Zoo in 1968 het Leeuwenpark. Dit is het eerste safaripark in Europa en zorgt voor ellenlange files richting Arnhem. Bezoekers rijden in een auto over de savanne, waar zebra’s, giraffen en bokken vrij rondrennen. Op die manier zijn de rollen omgekeerd: nu zijn het de bezoekers die opgesloten zitten en de dieren die vrij zijn.

De diepte in
Maar de Bush en de savanne zijn niet de enige werelden in de dierentuin. Vanuit de Bush vervolgen bezoekers via een mijnentunnel hun weg naar Burgers’ Desert. Ook de oceaan ligt om de hoek van het regenwoud. Daar lopen bezoekers een grot in. Het pad daalt steeds verder af in de oceaan. Alleen het glas in de wanden van de rots scheidt de mens van het fleurige koraalrif, waar haaien, manta’s en honderden soorten vissen rondzwemmen. Hoe dieper de bezoekers de oceaan in gaan, hoe donkerder het wordt en hoe meer ze zien van de kleuren van de Zuidoost-Aziatische zee. Burgers’ Zoo gaat dus de diepte in, maar zal met haar innovatie ideeën niet snel als een schip ten onder gaan.

Lees ook deel 1, deel 3 en deel 4 van deze serie.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief