“Familiebedrijf moet durven ondernemen”

Niet het familiebedrijf zelf, maar de ondernemersgeest moet centraal staan in families. “Ook als dat de verkoop van het bedrijf betekent”, vindt Ilse Matser, directeur van het Nederlands Centrum voor het Familiebedrijf, dat dit jaar voor de derde keer de Familie Fundament Award uitreikt.

Traditionele obstakels als financiering maken de overdracht van een familiebedrijf al lastig genoeg, maar meer dan ooit hebben deze bedrijven nu ook te maken met veranderende marktomstandigheden. Of het nu de detailhandel is, de bouwsector of de logistiek; overal is sprake van grote trends die de markt ingrijpend veranderen. “Zaken als de opkomst van online en mobiele afzetkanalen, internationale concurrentie en concentraties van bedrijven kun je als kansen zien, maar voor veel bedrijven zijn het ook bedreigingen”, zegt NCFB-directeur Ilse Matser, tevens Lector Familiebedrijven aan de Hogeschool Windesheim. De kracht van familiebedrijven wortelt volgens haar vaak in hard werken en sterke relaties met klanten en leveranciers. Dat zijn de kwaliteiten waarmee ze groot geworden zijn, maar toch is dat niet meer genoeg. “Ze moeten daarom duidelijke strategische keuzes maken, bijvoorbeeld over innovaties, nieuwe markten en businessmodellen.”

Hou niet vast aan steenkool
Onduidelijkheid over de opvolging verlamt het bedrijf, waardoor het de boot kan missen, waarschuwt Matser. “Familiebedrijven heten succesvoller te zijn in crisistijden dan niet-familiebedrijven omdat ze meer vet op de botten hebben, maar dat kan er ook toe leiden dat je langer doorgaat op de verkeerde koers.” Een advies dat ze geeft aan familie-ondernemers is om niet te krampachtig vast te blijven houden aan wat het familiebedrijf doet, en in bredere zin ondernemend te zijn. Ze verwijst daarbij naar voorlopige conclusies van het internationale onderzoeksproject Transgenerational Entrepreneurship waar Windesheim aan deelneemt. “Dat kan ook de verkoop van het bedrijf betekenen om met de opbrengst van die verkoop iets anders te gaan doen. Het gaat niet om dat ene bedrijf, het gaat om ondernemerschap”. Het grootste familiebedrijf van Nederland, SHV, is volgens de NCFB-directeur een voorbeeld van die ondernemende houding: “Dat is natuurlijk allang niet meer de Steenkolen Handels Vereniging waar het haar naam aan te danken heeft.”

Familiebedrijven hebben een grote impact op de Nederlandse economie, maar krijgen daarvoor te weinig erkenning. Dit is een van de redenen waarom de Familie Fundament Award in het leven is geroepen, een jaarlijkse verkiezing voor opmerkelijke familiebedrijven. “Vooral in de regio zitten soms echte pareltjes, stuk voor stuk innovatieve bedrijven die denken aan de lange termijn en het principe van rentmeesterschap omarmen.” In Den Haag is er te weinig aandacht voor zaken die deze bedrijven aangaan, zoals overdrachtsproblematiek, vindt Matser. “De landelijke politiek en ambtenaren denken dat als deze bedrijven failliet gaan, het gat wel gevuld wordt door andere bedrijven en de werkgelegenheid wel behouden blijft. Maar veel van deze bedrijven zijn echt uniek en onvervangbaar.”

Familie is extra verkoopargument
Niet alleen ‘Den Haag’, maar ook familiebedrijven zelf mogen best wel meer gebruik maken van hun bijzondere positie en uitstraling, aldus Matser. “Als een familie twee, drie of zelfs meer generaties garant staat voor de kwaliteit van een product of dienst, dan is dat een goede reden om dat product te kopen. Vroeger was dat misschien vanzelfsprekend, maar tegenwoordig is dat veel minder duidelijk. Dat is jammer, want het kan veel schelen. Neem bijvoorbeeld Floris van Bommel. Dat familieargument is gewoon een extra reden om die schoenen te kopen.”

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief