“Familiebedrijven willen in control zijn”

Renate de Lange, tax partner bij PwC, heeft van familiebedrijven haar specialisme gemaakt. Dat moet ook, stelt ze, want een familiebedrijf heeft alle aandacht nodig. “Familiebedrijven zoeken momenteel naar vertrouwen en control.”

De manier waarop familiebedrijven omgaan met hun adviseurs en andere professionals die hen bijstaan bij zaken rondom het bedrijf, de familie en het familievermogen, is de voorbije jaren veranderd. Renate de Lange, partner bij adviesorganisatie PwC, denkt de oorzaak te weten. “Het heeft voor een deel te maken met onzekerheden in de financiële wereld. Directies van familiebedrijven zoeken veel meer naar een kleine groep van adviseurs om zich heen die ze kunnen vertrouwen. Sommige zetten een eigen family office op, andere sluiten zich aan bij zogenoemde multi family offices.”

Onderlinge vertrouwen
De persoonlijke benadering en het onderlinge vertrouwen is belangrijker dan ooit, erkent De Lange. “Vroeger werd er veel meer geshopt, met name bij bankiers. Zaten we voorheen met veel verschillende partijen aan tafel, nu zijn dat er nog maar een paar. Aangezien de economie en de financiële wereld minder zekerheden bieden, zoeken familiebedrijven die in de relatie.”

Familiebedrijven trekken zich terug naar een beperkte groep van adviseurs die zij vertrouwen, merkt De Lange. “Ze willen het gevoel hebben dat ze in control zijn. Niet dat deze ondernemers ineens alle risico’s willen buitensluiten, maar we willen weten welke risico’s ze kunnen lopen en hoe ze die kunnen minimaliseren. Een vaste relatie geeft dan sowieso een gevoel van continuïteit en duurzaamheid.”

Private equity
Familiebedrijven spreiden hun vermogen misschien wel meer dan ooit. “Hoewel de vastgoedmarkt het zwaar heeft en beleggen ook wel eens betere resultaten heeft opgeleverd, stallen zij hun vermogen toch ook nog steeds in stenen en op de beurs.” Private equity-achtige initiatieven zijn volgens De Lange echter ook populair. “Niet voor zeven jaar, maar met een langere looptijd. Dat is wel echt een tendens van de laatste jaren. Veel bedrijven hebben geld nodig en veel bedrijven hebben geld over. Dat komt meer en meer samen.” Daarmee vullen bedrijven onderling de gaten op die ontstaan doordat banken terughoudend zijn met het verstrekken van financieringen.

BOR
Als een familiebedrijf investeringen doet heeft dit mogelijk gevolgen voor de BedrijfsOpvolgingsRegeling (BOR), weet fiscaliste De Lange. Het is dan namelijk de vraag of de BOR (nog) van toepassing is. “De regeling is uitermate complex. Hoe complexer het vermogen is, hoe meer planning daarbij komt kijken. Het is dan vaak moeilijk om aan alle voorwaarden te voldoen. Zeker bij meer vluchtige investeringen, zoals private equity.”

Toch is de BOR doorgaans niet het uitgangspunt om beslissingen te nemen. “Het begint allemaal bij: wat vinden we belangrijk? Daarna bekijk je pas of het mooi past binnen het fiscale plan – niet andersom.” Naar eigen zeggen tast De Lange het softe kader ook altijd eerst af bij haar klanten. “De ontwikkeling naar de werkelijke wensen en belangen van de familie is al jaren aan de gang, maar wordt alleen maar sterker.”

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief