Family business: de schone was buiten hangen [afl. 2]

Een gespreid bedje of een loodzware verantwoordelijkheid? Drie ondernemers vertellen hoe het is om het bedrijf van hun (schoon)ouders over te nemen. Vandaag het gevolg op het verhaal van Harry van Zandwijk.

Van Zandwijk pakte intussen door. De zaak groeide, zowel op het gebied van transport als van bouwunits. In de laatste jaren zijn verschillende bedrijven overgenomen en onder de paraplu van Jan Snel komen te vallen. Bij de overname telde het bedrijf 60 mensen; dit jaar werken er 425 medewerkers. In 2000 bestond het bedrijf officieel veertig jaar en dat werd groots gevierd. ‘Het was daarnaast het officiële moment dat we de beheermaatschappij hebben overgenomen. Vanaf toen waren we geheel zelfstandig.’ Van zijn schoonouders hoefde dat niet, maar Van Zandwijk wilde dat ze zorgeloos konden leven, niet meer bang hoefde te zijn voor enig risico dat hij nam. “We hebben alles betaald, het staat netjes op hun bankrekening. Dat is prima. Of we nou aan de bank of aan hen betalen. Dat maakt toch niet uit? En zij zijn nu uit de zorgen.”

Een ander bedrijf met dezelfde familiesfeer
Hoewel de schoonouders van Van Zandwijk het bedrijf geheel hebben losgelaten, neemt hij zijn schoonvader nog wel eens mee. Bijvoorbeeld om een nieuwe vestiging te laten zien op een groot industrieterrein. “Hij kan het niet meer bevatten en zegt steeds, ‘Doe rustig aan. Je hebt het toch best zo?’” Maar Van Zandwijk is niet te stuiten. “Het is een ander bedrijf geworden, maar met dezelfde familiesfeer. Veel medewerkers werken hier net zo lang als ik.” Zijn gedrevenheid is de aard van het beestje, zegt hij. Hij heeft aan vijf uur slaap genoeg, vindt het heerlijk om hard te werken. Ziet overal kansen, zoals onlangs in China waar de vraag naar metaal hoog is. Hij sprong er in. “Het buitenland lokt, ons bedrijf blijft in beweging.”

Ondernemerschap in de genen
Van wie hij zijn ondernemerschap heeft geërfd, weet hij niet. “Mijn vader was postbode, mijn opa schilder.” Wekelijks komt de hele familie bij elkaar om op zondag te eten bij de oprichters. Voor de gezelligheid, maar er wordt daarnaast over de zaak gesproken. Of zijn kinderen (11, 13 en 14 jaar) de zaak uiteindelijk overnemen, durft hij niet te zeggen. “Het is goed als het een familiebedrijf blijft. De betrokkenheid is groot en dat komt goed van pas als je in de dienstverlening zit. Maar ze moeten het natuurlijk zelf willen. Daar heb ik geen enkele invloed op.”

Dit artikel is geschreven in samenwerking met de redactie van Overnamematch.nl.
Lees ook deel 1 en deel 3 van de serie artikelen over dit thema.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief