Zijn familiegestuurde ondernemingen niet té sociaal? [afl. 2]

Terwijl beursgenoteerde bedrijven de aandeelhouders jaarlijks tevreden moeten houden met goede cijfers en dividenduitkeringen, kijken familiebedrijven verder vooruit. De toekomstige generaties moeten immers ook een goede boterham kunnen verdienen met het bedrijf. Medewerkers werken er doorgaans jaren en voelen veelal ook als familie en familieleden ontsla je niet zo snel. Maar in crisistijd is een reorganisatie soms bittere noodzaak. Zijn familiebedrijven niet té sociaal?

Familiebedrijven staan bekend als duurzaam en sociaal. Personeel zou bijna als familie voelen en het HR-beleid is doorgaans minder ‘streng’. PwC heeft vorig jaar een rapport gepubliceerd naar aanleiding van gesprekken met 93 directeur- grootaandeelhouders (dga’s), hun opvolgers, bestuurders en commissarissen. “De waarden, overtuigingen en idealen van de families vormen inderdaad de drijvende kracht van hun op duurzaamheid gerichte cultuur”, zegt Michel Adriaansens, partner bij PwC. “Zulk commitment zie je veel minder bij andersoortige bedrijven. De familiewaarden zijn hun moreel kompas.”

Oprichterscultuur
Veel familiebedrijven koesteren volgens Adriaansens de oprichterscultuur, die immers het succes van het bedrijf heeft ingeleid. “Maar een te dominante oprichterscultuur brengt het risico van een monocultuur met zich mee: star, in zichzelf gekeerd”, aldus Adriaansens. Volgens het onderzoek kan een sterke cultuur fungeren als extra kracht voor familiebedrijven, maar kent het tevens een keerzijde, zoals weerstand tegen verandering, waardoor groei kan stagneren.

Zaken als groei, internationalisering en marktontwikkelingen maken het noodzakelijk om tijdig te kunnen bijsturen. Maar als je het bij belangrijke keuzemomenten nog moet gaan hebben over zeggenschap en hoe de familie wil omgaan met medewerkers en governance, familievermogen of vruchtgebruik, ben je volgens de PwC-partner te laat. “Families kunnen het zich niet veroorloven op kritieke momenten te kibbelen over hun familiewaarden. Een tijdig en goed gesprek over de betekenis en de borging van familiewaarden is daarom van levensbelang. Wij adviseren familiebedrijven ook altijd om belangrijke familieafspraken te verankeren in bijvoorbeeld een governance-reglement en een opvolgingsplan.”

Duurzaamheid
Of familiebedrijven soms te duurzaam zijn? “Dat kan volgens mij niet”, vervolgt Frühling. De medewerkers van Klein Beernink maken deel uit van de ‘Klein Beernink- familie’. “We zetten niet zomaar iemand op straat. Wij hebben bijvoorbeeld een dame van bijna zestig jaar die hier inmiddels meer dan 35 jaar werkt. Haar huidige functie zal komen te vervallen. Uit commercieel oogpunt zouden we voor haar ontslag moeten aanvragen, maar om sociale redenen doen we dit niet en zullen we haar op een of andere manier inpassen in onze organisatie tot haar pensioen.” Frühling stelt echter dat het bedrijf ook zeer zakelijk kan zijn. “We hebben onlangs iemand van 58 aangenomen die al enige tijd thuis zat voor een salesfunctie. We zeiden: ‘We geven je de tijd om jezelf te bewijzen. Lukt het niet, dan nemen we weer afscheid’. Omdat de marges laag zijn, moet iedereen bijdragen aan de organisatie.”

Lage marges en een hoog risico
Lage marges en een hoog risico is ook iets wat bij Unica tot de orde van de dag hoort. Het installatiebedrijf werd in de jaren dertig opgericht en halverwege de vorige eeuw verkocht aan Cors van Vliet. Nog eens dertig jaar werd Unica een familiebedrijf toen Cors’ zoon, Daan van Vliet, de onderneming overnam. Daan staat inmiddels zo’n 25 jaar als DGA aan het roer en de laatste vijf jaar als commissaris/eigenaar. Het familiebedrijf profileert zichzelf als een allround system integrator met een dienstverlening die zich uitstrekt van klimaatbeheersing en sanitairtechniek tot ICT en energieoplossingen.

“In onze sector kampen we met lage marges. Dat vraagt om een slimme en duurzame bedrijfsvoering. In 2004 hebben we daarom een duidelijke mvo-koers ingezet en voeren we zowel qua dienstverlening, interne bedrijfsvoering als in de omgang met onze stakeholders een duurzaam beleid”, vertelt Laurens de Lange, groepsdirecteur bij Unica. De Lange is tevreden over de resultaten die sindsdien zijn geboekt. “We scheiden afval, zetten leaseauto’s met een groen label in en onze panden zijn bijzonder energiezuinig”, licht hij toe. “We ondersteunen onze klanten bij het implementeren van een vergelijkbaar beleid en stimuleren hen een duurzaam energiebeleid te voeren door het aanbieden van duurzame technieken.”

Vijf jaar geleden zette het familiebedrijf bovendien de Unica Foundation op. De foundation verricht technisch ontwikkelingswerk in Nepal en wordt daarbij financieel gesteund door Unica. “En onze eigen mensen dragen ook een steentje bij door als vrijwilliger klanten aan te schrijven en het nodige promotiewerk te verrichten.”

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met P+, het toonaangevende multimedium voor de praktijk van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in Nederland.

Lees ook deel 1deel 3 en deel 4 van deze serie.

Blijf op de hoogte met onze maandelijkse nieuwsbrief